» DE SNEUPER 
Genealogie van de familie Brinkman(n)
De Stamvader van de 'Van Balens'

Peter van Balen
door Piet Brinkman
 
De stamvader van de familie van Balen is bekend: Peter van Balen.
 
Dat blijkt uit een ‘gicht’ die bewaard is gebleven. Een ‘gicht’ is een wettelijke overdracht, bekrachtigd door de Schepenen. De ‘Gichtboeken’ van de Schepenenbanken bevatten de registers van overdracht van goederen en verbintenissen die plaatsvonden in het kader van de vrijwillige rechtspraak.  Gichtboeken worden ook wel overdracht-registers of transportprotocol genoemd.
Het gicht 28-III-1552-1562 G.O. meldt het volgende over Peter van Balen 

Tussen Peter van Balen ende Jan bussen zijnen behuden soon
Den XXVIII dach meert anno XV en LV heeft Peter van Balen in alingehen sijnen stoel sittende voor Schout ende Schepenen van Peelt op over gegicht ende geguet Jannen Busen sijnen behuden soon allen sijn erve ende erfelicheyt on die banck van Peelt op ende afgaende ende heeft daerop tot Jans sijns soens voorgenoemd behoef met recht verteghen nee inhalt der houwelijck voorwaerden tussche Jannen voorgenoemd ende sijner huysvrouwe gemaect sinde dies sol Jan Peteren voorgenoemd gheven tot behoef van Gheritten sijnen soon hondert ende vijffen secientig gulden Brabants waervan die drij vierde gulden stille staen van Lichtmisse lestlede over twee jaren ende ander honderd sijn vervallen ende Peter voorgenoemd tocht hebben sij gekeert schier of morghen in vier goeden mans seggen.
 
Op 28 maart 1560 heeft Peter van Balen al het geld op de bank van Peelt vermaakt in het bijzijn van Schout en Schepenen aan zijn behuwde zoon Jan Bussen. Jan bussen was getrouwd met een dochter van Peter van Balen. Haar voornaam kennen we (nog) niet. Jan  moest wel de erfenis met zijn zwager delen. De eerste honderd Brabantse guldens had Jan al ontvangen. Twee jaar later, met Maria Lichtmis, zou hij de overige vijfenzeventig gulden krijgen.
Peter van Balen had dus goed geboerd met 350 Brabantse guldens op de bank. Jan Busen en zijn echtgenoot varen en wel bij. Nog geen maand na de overdracht op 26 april 1560, koopt Jan Busen (alias van Balen) de boerderij ‘Arendvogelhoeve’ van Gheret Veldhoven.Hij betaald hiervoor de prijs van honderd Brabantse guldens en ‘drie blanke cijns’
Een cijns is een onroerend goed gerelateerde jaarlijkse betaling aan de grondheer.  Meestal betreft het landbouwpercelen, soms ook andere onroerende zaken zoals bijvoorbeeld molens.
 
De hoeve van Jan Busen was gelegen tussen de boerderij van Aert Sleijpstoff en het erf van Peter van Balen. Aan godsgeld moet Gheret van Velthoven jaarlijks 1 hornsgulden betalen aan de kapel van Lindel, gebouwd door Willebrord. Daarnaast aan Jan Bussen een halster rogge. De vrouw van Gheret  kreeg een halve gulden als getuigenisgeld.
 

Tusschen Gheret van Velthoven Jannen Busen, alias van Balen 
Den XX en aprille  anno XV ende LX heeft Gheret van Velthoven als mombaer sijnder huysvrouwe voor Schout ende ScAhepenen van Peelt overgegicht ende geguet Jannen Busen, alias van Balen een hoeve op ’t Hoochbosch gelegen, geheyten die Arendsvogelhoeve geleghen tusschen  Aert Sleijpstoffs erfve ende Peter van Balen ende voortaen ten beyden zijden die gemeyn vroente ende heeft daerop tot Jan Busen vooorgenoemd behoeff met reght verteghen ende Gheret heeft belooft dat sijnen huysvrouwe dese voorschreven gicht voor Schepenen loven ende ratificeren sal item hierop heeft Gheret van Velthoven gegrootst eenen horns gulden jaerlijcx te ghelden aan die capelle van Lindel ende Gheret voorgenoemd nae hem genomen hier nimmermeer eenighen hinder oft last hebben en sal  bovendesen is den coep hondert gulden drij blancken ceijns, jaarlijxc eenen halve stuyver en den groten ende andere halve gulden lijcops welcke voorgenomen glicht Marlij Leeten Gheret, huysvrouwe voor Schepenen gelooft den XXVI
 
 Het Hobos,  ‘Hoochbosch’,  is een uniek kleinschalig landschap gelegen in Overpelt. Het heeft een oppervlakte van 142 ha. En bevindt zich op de noordwestelijke uitloper van het Kempens Plat. Oorspronkelijk was het een heide gebied, de Lindelse Heide, dat vanaf de late middeleeuwen werd ontgonnen. Belangrijke getuigen van deze oude ontginningen zijn nog de talrijke houtwallen die hier liggen.
 
Het Hobos komt als naam het eerst in 1516 voor als ‘op gheen Hobos’. Een belangrijk element in de ontwikkeling van het landschap is de Hobosboerderij. Deze boerderij wordt voor het eerst in 1524 vermeld in de archieven. Dat was ook de periode dat Peter van Balen zich daar vestigde. Ik heb in Hasselt nog niet gecontroleerd of dat stuk in de archieven met name over hem gaan. Peter van Balen heeft geruime tijd op het Hobos gewoond en geboerd, tot hij er in 1562 stierf.
Er was een familielandgoed dat twee eeuwen stand hield en wel tot 1753.  Toen werd het landhuis, de boedel en de landerijen verdeeld onder de erfgenamen. Te weten:
-  Arnold van Balen, onze stamvader die als koperteut naar Irnsum is gegaan;
-  De kinderen van de overleden Michiel van Balen; zoon Pieter vertrok met zijn oom Arnold  naar Poppingawier;
-  Lambert van Baelen kocht een huis in Neerpelt en vestigde zich daar;
-  Christiaan Otten de zoon van de reeds overleden Maria van Balen.

terug
 
 
 

Inloggen


 

Aanmelden
meer
 
Privacyverklaring
meer
 
Verantwoording
meer
 
Links
meer
 
Adverteren
meer
 
Contact
meer