» VERHALEN » Haskerdijken en Brinkman Südmerzen 
Genealogie van de familie Brinkman(n)
Het Friese veen van de voorouders Brinkmann uit Südmerzen

Het Friese veen van de voorouders Brinkmann uit Südmerzen
 
Kruiskerk
In het artikel over de Duitse arbeidsmigratie wordt verteld dat veel Duitse voorouders arbeidsmigranten waren. Zij trokken vooral richting het veengebied rondom Heerenveen in Friesland.
Heerenveen is de oudste hoogveenkolonie van ons land. Dit veengebied werd al exploiteert in 1551. De landeigenaren ook wel ‘Heeren’ genoemd, investeerden in de nieuw te ontginnen gebieden. De familie Lycklama a Nijeholt, afkomstig uit Steenwijk was een van de investerende landeigenaren.
Voor de aan- en afvoer van de turf werden onder andere de Schoterlandse Compagnonsvaart en de Heerensloot gegraven. De Heerensloot werd doorkruist door de waterverbinding ‘Zwolle<->Leeuwarden’.
Op deze kruising ontstond de nederzetting Heerenveen. De nederzetting breidde zich uit en ontwikkelde zich rond 1800 tot een plaats met veel patriciërs, deftige burgers en middenstand. Heerenveen, ook wel het ‘Friese Haagje’ genoemd, lag op de grens van drie gemeenten; te wetenHaskerland, Aengwirden en Schoterland. 
 
Op 1 juli 1934 werden de gemeenten Aengwirden en Schoterland en een klein deel van de gemeente Haskerland samengevoegd tot één gemeente Heerenveen met hoofdkern Heerenveen.
 

Aengwirden
Een grietenij was de voorloper van de huidige lokale bestuursvorm 'gemeente', die met name in de provincie Friesland voorkwam. Het woord grietenij komt voor het eerst in de 13e eeuw op schrift voor. Aan het eind van de 16e eeuw tot 1851 waren er in Friesland in totaal 30 grietenijen die deel uitmaakten van de kwartieren Oostergo, Westergo en Zevenwouden.
 
Aengwirden was een kleine griet en werd daarom ook wel ‘Kleine Griet’ genoemd.
Aengwirden is een voormalige gemeente in het zuiden van de provincie Friesland. De gemeente heeft bestaan tot de gemeentelijke herindeling van 1934. De reden van de gemeentelijke herindeling was de uitbreiding van Heerenveen. Heerenveen ging al over de grenzen van de naastgelegen gemeenten. De vier dorpen Gersloot, Tjallebirt, lunjebirt en Terband hoorden tot de groetenij Aengwirden.
De hele griet/gemeente was ongeveer 6.500 bunder groot en telde in 1934 circa 2.500 inwoners. Er waren vier hervormde kerken voor 1.430 gelovigen. Ook was er een kerk voor de doopsgezinden. De katholieke gelovigen hoorden bij de parochie/statie in Heerenveen.
Bij de grote watervloed van 5 Februari 1825 in het noorden van het land werd ook deze grietenij getroffen. De schade bedroeg 15.700,-  gulden.

 
Deze griet wordt door eenen dijk of rijweg, die, uit Haskerland komende, van den Straatweg bij Terbandsterschans door de geheele griet. Naar Opsterland loopt, in het binnendijkster en het buitendijkster gedeelte gescheiden. Voorheen bestond zij geheel uit veengrond en leverde zeer veel turf, waaronder die van den Oudenweg bijzonder gewild was, en nog heden goeden aftrek heeft. In het binnedijkster of zuidelijke gedeelte, waar de dorpen als op eene rij in het geboomte gelegen zijn, had men eertijds hooge veenen, die thans uitgeveend, in zandige bouwlanden herschapen zijn. In het buitendijkster of noordelijke gedeelte is laagveen en hooiland, waardoor vier lange lijnregte en bijna evenwijdige vaarten van het Z. O. naar het N. W. tot in het Oud Deel en voorts naar de groote wateren van Utingeradeel loopen. Deze vaarten dienen tot noodige waterlozing voor de lage landen. In 1834 in het vierde en vijfde veendistrikt, bevattende het grootste gedeelte van Aengwirden, bepolderd. Toen zijn er drie groote watermolens aan de noordzijde gebouwd, en aan den westkant, van den polder in den straatweg, 1 u. ten N. van Heerenveen, sluizen of wel een verlaat aangelegd, waarbij de buurt en de bestaande menigvuldige groote turfschuren den naam verkreeg van Bij de Nieuwebrug
 
 
 
Haskerdijken, de vestigingsplaats van Johann Frederik Brinkmann
Het dorp is ontstaan bij het klooster ‘Hasker Convent’ dat in 1231 werd gesticht. De monniken van het klooster hielden zich bezig met ontginning van het gebied en legden dijken aan. Het dorp is ontstaat langs de Heerensloot. De ‘Heeren van het Veen’ begonnen rond 1560 een compagnie om het veen in het zuidwesten van Friesland te ontginnen.
 
Hasker conventHaskerdijken was een echt vervenersdorp. De veenknechten waren merendeel afkomstig uit Duitsland. In Friesland werden ze hannekemaaiers genoemd. In Haskerdijken woonden ook de turfmakers uit Giethoorn. De Gietersen kenden her verveners vak als geen ander. Maar hun ‘natte methode’ groef het turf weg uit het laagveen zodat er grote plassen ontstonden. Wat een gevaar was voor het overblijvende land.
In de 19de eeuw hebben de Friese Staten bepaald dat de vervening wat dat betreft aan strikte eisen moest voldoen. Ook werd er belasting geheven op elke stapel turf. Voor de veenbazen bleef de turfwinning een goede broodwinning, terwijl de arbeiders hard moesten werken voor een karig loon.
Turf was destijds en belangrijkste energie waarop Nederland draaide. Ook de opkomende stoommachines werden op turf gestookt.
 
In de 19de eeuw werd ten zuiden van het dorp een nieuwe brug gebouwd; hier ontstond het dorp Nieuwebrug. Nieuwebrug vormde samen met Haskerdijken een tweelingdorp. Tot de gemeentelijke herindeling op 1 januari 1984 behoorde Haskerdijken tot de gemeente Haskerland, terwijl Nieuwebrug tot de gemeente Heerenveen hoorde.

 

De Hollandse voorvader van de Brinkmannen, Johan Frederik Brinkmann uit Südmerzen, heeft zich in Haskerdijken gevestigd. Hij en zijn vrouw Aaltje Beerends Kruis hebben hier hun huwelijkse jaren doorgebracht en 10 kinderen gekregen. Hij was een veenbaas. Dat betekent dat hij ondernemer was en veenwerkers en turfmakers in dienst had. Voor zijn bedrijf bezat hij grond en kapitaalgoederen. Johan Frederik en Aaltje worden beschouwd als de oerouders van de Nederlandse tak van de Brinkman-familie.
In het artikel over Aaltje Berends Kruis wordt nader ingegaan op haar levensloop.
 
Het was geen toeval dat Johan Frederik zich in Haskerdijken vestigde. Zijn zuster Maria Catharina Brinkmann trouwde in 1818 op jonge leeftijd (17 jaar) met Durk Beerends. Direct na de bruiloft vertrok het jonge paar naar de Friese grieterij Aengwirden.
 
Het is niet bekend of Durk een knecht was op de Hoeve Brinckmann of dat hij een Hollandgänger was. Hij zou als Hollandgänger terug gekomen kunnen zijn om een vrouw te zoeken. Het vermoeden bestaat dat Durk Beerends en Berend Kruis (vader van Aaltje) elkaar al kenden in Duitsland. Durk Beerends kwam uit Südmerzen en Berend Kruis kwam uit een dorp in de buurt, namelijk Andervenne.
Zullen Beerends en Kruis beiden boerenknecht erover gepraat hebben dat ze meer wilden dan die schrale boerenpot die in de tijd na de oorlog met Napoleon geschaft werd? Of zal Durk Beerends in Südmerzen de verhalen gehoord hebben van andere Hollandgängers, bijvoorbeeld van Kemme uit Südmerzen.  Kemme woonde een paar boerderijen van de Brinckmann- hoeve. Hij was in Munnekeburen (Westellingwerf) in het gebied tussen de
Tjonge en de Linde veenbaas geworden. Kemme kwam af en toe als welvarend man terug in het dorp.
In ieder geval zullen de Duitse families uit Haskerdijken, Aengwirden en Weststellingwerf elkaar regelmatig hebben opgezocht om de laatste nieuwtjes uit te wisselen.

 
 
 

terug
 
 
 

Inloggen


 

Aanmelden
meer
 
Privacyverklaring
meer
 
Verantwoording
meer
 
Links
meer
 
Adverteren
meer
 
Contact
meer