|
» VERHALEN » Merzen en Brinkman
Genealogie van de familie Brinkman(n)
|
Geschiedenis van Merzen
|
Het wapen van de gemeente Merzen (Dld.) heeft een groene achtergrond met twee gestapelde eikenbladeren, die geflankeerd worden door twee gouden kettingen. De saga van de "Turkse kettingen" kan worden teruggevonden in het gemeentewapen van Merzen.
Volgens overlevering zijn twee inwoners tijdens een kruistocht naar het Heilige Land in Turkse gevangenschap geraakt. De nacht voor de executie, zo meldt de volksage, baden ze om het geluid van de kerkklokken van Merzen een laatste keer te horen. De volgende ochtend werden beide, als door een wonder, wakker bij het klokgelui in de buurt van de kerk op de Juckelsboll. De handboeien lagen naast hen.
Overgenomen van de website van de Gemeente Merzen.
|
Van de Middeleeuwen tot de vroegmoderne tijd
Wat het dorp Merzen heeft ervaren van de grote gebeurtenissen in de tijd van de middeleeuwen tot aan de vroegmoderne tijd, is maar ten dele overgeleverd. In 1350 woedt de grootste pestepidemie op het Europese continent. Een derde van de bevolking wordt het slachtoffer van deze ziekte. In de 16e en 17e eeuw, toen vorsten en ridders elkaar in de haren vlogen, bevond Merzen zich middenin deze gebeurtenis.
|
Van de romaanse kerk gebouwd in 1200, staat nog steeds het onderste deel van de toren. Van de 13e eeuw stamt ook het doopfond van Bentheimer zandsteen, dat wordt ondersteund door vier stenen leeuwen.
Van deze oude romaanse kerk klingt ook in het Merzener volkslied:
"U, onze lieve Merzen, bent zo oud als Osnabrück,
dat toont uw oude tempel een meesterwerk uit de oudheid. " |
De Lambertuskerk prominent in het centrum van Merzen |
|
Er zijn meningsverschillen en geschillen over de landerijen, kortom over de macht in hun eigen grondgebied. Gemeld is de vete tussen de graven van Tecklenburg en de bisschop van Osnabrück in de strijd tegen ridder Cord van Grothaus, die dreigde om het hele land in het ambt Fürstenau te plunderen. Ook Merzener boeren gebundeld onder de leiding van de voogd Hoberg sloten zich aan. Het zouden totaal 800 boeren moeten zijn, die in Gehn bij Ueffeln op 29 maart 1591 verzameld waren. Maar de slecht bewapende en in de strijd slecht opgeleide boeren waren voor de Ridders geen echte tegenstanders. Ze werden in de pan gehakt. De strijd ging als een "bloedbad bij Gehn" de geschiedenisboeken in, waarbij vele honderden boeren als slachtoffer gevallen waren. Het dorp moest in de volgende jaren steeds weer roofovervallen over zich heen laten gaan. In 1618 begon de Dertigjarige Oorlog, die nog grotere ontberingen en ellende aan de bevolking bracht. In 1621 en 1624 kwamen de Spaanse en Nederlandse soldaten en huurlingen , maar ook de troepen van de keizer onder de leiding van "Generalissimo" Tilly , die ingekwartierd werden in Fürstenau , in de lokale regio.
De bevolking van Fürstenau en Merzen onderging hetzelfde leed: plundering, brandstichting en moord . Tijdens de vredesonderhandelingen in 1647 te Münster en Osnabrück belegerden de Zweden de residentie van de prins - bisschop in Fürstenau. Ze overvielen meerdere malen de parochie Merzen om zich proviand te verschaffen. De roof van de dieren, gijzelingen en nog meer onrecht moest de bevolking verdragen. Het vredesverdrag van 1648 werd uiteindelijk een opluchting. De twee in armoede en ellende opgegroeide generaties hadden dit niet durven hopen. Geleidelijk aan kwamen er betere tijden voor de bewoners in Merzen gedurende de 18e eeuw en 19e eeuw, met uitzondering van de tijden van de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) en strijd om de afschaffing van de lijfeigenschap (1800-1850) .
In deze tijd heeft Johann Friedrich Brinkmann Süd-Merzen verlaten en is naar Harkerdijken getrokken.
Bron: website van de Gemeente Merzen.
| terug
|
|
|
|
|
|